
Als je nog nooit eerder een orchidee hebt gehad, is het verzorgen van de plant in het begin een flinke puzzel. Wat moet je wel doen, wat vooral niet? In deze blog zetten we een paar basisregels op een rijtje!
Zoals we al eerder uitlegden (lees bijvoorbeeld onze blog Waarom orchideeën zulke ontzettende diva’s zijn) heeft je orchidee een gebruiksaanwijzing! Gelukkig zijn ze heel goed binnenshuis te verzorgen, mits je een beetje voorzichtig met ze omspringt. Hoe? Door goed te onthouden wat orchideeën absoluut niet prettig vinden:
1. Natte voeten
De wortels zijn onderdeel van de longen van een orchidee: via deze zogenaamde luchtwortels haalt de plant adem. Als zijn wortels onder water staan stikt de orchidee als het ware. De wortels sterven af en gaan rotten, waardoor de plant minder goed kan ademen.
2. Natte kruin
Ook de ‘kruin’ van de orchidee, het middelste gedeelte waar alle wortels, bladeren en scheuten bij elkaar komen, moet kunnen ademen. Giet dus geen water bovenop deze kruin! Vooral als het niet zo warm is blijft het water staan, en zorgt dat de orchidee minder goed kan ademen. Als dit te lang duurt gaat de plant rotten. Heb je per ongeluk misgegoten? Dep dan met een tissue het water zoveel mogelijk weg uit de kruin.
3. Natte bloemen
Sommige tropische planten met luchtwortels vinden het fijn als je ze regelmatig met een plantenspuit bewasemt. Orchideeën horen daar niet bij! Als er kleine druppeltjes water op de bladeren blijven staan, heb je kans op rot. Vooral op bloemblaadjes zorgt dit voor lelijke verkleuringen.
4. Reguliere potgrond
Orchideeën groeien in het wild eigenlijk zelden in de grond. Ze zoeken het vaak hogerop: in de bomen en tussen de rotsen, waar hun wortels vrij kunnen ademen. Als je zo’n orchidee in de potgrond zet, kunnen de wortels niet ademen en sterven ze af. Vooral als de grond heel vochtig is blijft er bijna geen lucht over voor de plant. Geef je orchidee daarom altijd een luchtige bodem! Een megsel van boomschors werkt bijvoorbeeld goed.
5. Reguliere bemesting
Je orchidee moet natuurlijk eten. Maar lang niet zoveel als de meeste andere planten. Sterker nog: als je ze teveel mest geeft, verzuren ze en gaan ze dood. Het is dus slim om dit te testen: begin met iedere maand een heel klein beetje orchideeën voeding, en bouw het langzaam op. In de wintermaanden heeft je orchidee zelfs nog minder voedsel nodig. Geef dan een tijdje geen mest, of halveer de dosis.
6. Direct zonlicht
Als je geen lelijke gele bladeren wilt, moet je een orchidee uit de zon houden. Orchideeën hebben een gevoelige huid en ze verbranden heel snel. Maar ze hebben ook voldoende daglicht nodig: je orchidee voelt zich dus het lekkerst bij indirect, maar wel helder licht.
7. Afgeknipte luchtwortels
Luchtwortels zijn de longen van je orchidee (zie ook punt 1). Knip ze dus nooit af! Daar wordt een orchidee heel kortademig van... Alleen als een wortel dood is, is het verstandig om hem weg te knippen. Zo voorkom je dat hij gaat rotten, en andere wortels aantast.
8. Afgeknipte bladeren, scheuten of jonge takken
Al deze onderdelen van de plant voorzien een orchidee van voedsel en energie. Net als wortels moet je deze dus nooit afknippen!
9. Te hoge of te lage temperatuur
De orchideeen die we in de webshop van Orchideee verkopen komen oorspronkelijk uit de gebergten van Zuid Amerika. Ze zijn gewend aan temperaturen tussen de 15 en 24 graden: als het te koud of te warm voor ze wordt, leggen deze orchideeën snel het loodje. Zet ze in een ouderwetse Hollandse winter dus niet achter enkel glas op de vensterbank! En let ook op dat je ze geen ijskoud of heet water geeft.
10. Teveel of te weinig water
Hoeveel water je orchidee nodig heeft hangt van allerlei factoren af. De temperatuur, de luchtvochtigheid, hoe makkelijk de bodem water vasthoudt, en hoeveel wortels de orchidee heeft (hoe meer wortels, hoe sneller het water opgenomen wordt). Teveel water kan leiden tot rot (zie ook punt 1 en 2), maar te weinig water ook! Hoewel er vaak gezegd wordt dat je orchideeën moet verwaarlozen, is dat niet hetzelfde als de plant dagenlang in kurkdroge grond laten staan, met de centrale vermarming hoog...
Als je deze aanwijzingen opvolgt, moet het goed komen met je orchidee!
Vooral in het begin is het altijd een beetje zoeken. Het beste dat je kunt doen is een oogje in het zeil houden. Kijk elke dag even hoe het met je orchidee gaat. Op die manier zie je het snel als er verkleuringen zijn, of als er iets begint te rotten, en kun je er vaak nog iets aan doen.
Tip: zet je orchidee op een plek waar je elke dag stil staat, bijvoorbeeld om koffie te zetten. Terwijl de koffie doorloopt heb jij even tijd om je orchidee te inspecteren! Zo wordt het snel een gewoonte en zal je orchidee het lang volhouden. Succes!
Heb je nog vragen of opmerkingen? Laat ze achter in de comments hieronder. We helpen je graag!